• darkblurbg
  • darkblurbg
  • darkblurbg
  • darkblurbg
  • darkblurbg

Als jong kind al intrigeerde het mij waarom mensen doen wat ze doen. Deze manier van kijken hielp mij om de wereld om mij heen beter te begrijpen. Ik kon zonder oordeel naar het gedrag van mensen kijken en de vaak mooie drijfveren en intenties blijven zien. Ik begreep namelijk waarom ze deden wat ze deden.

Als jong kind had ik het nodig; nu kies ik ervoor anderen zo te ‘zien’. En om mensen te bewegen op zoek te gaan naar die intenties en drijfveren bij zichzelf en bij de ander in plaats van (alleen) in te steken op het gedrag; dat kleine topje van de ijsberg wat we daadwerkelijk laten zien.

 

Mijn drijfveren

Waarom? Omdat ik geloof dat ieder mens het nodig heeft en het verdient om echt gehoord en gezien te worden. Dat ‘er helemaal mogen zijn’ de basis is van ontwikkeling en groei. Dat dit een proces faciliteert om passie te (her)vinden en te kunnen leven en werken vanuit je hart.

Natuurlijk betreft dit in eerste instantie een dieperliggend verlangen van mij; een eigen zoektocht om vanuit mijn hart te kunnen leven en werken. Van dichtbij heb ik gezien en ervaren wat het kan betekenen als mensen niet gehoord en gezien worden. Als hun passie er niet mag zijn, als zij er niet helemaal mogen zijn. Dan heb je ‘levenslang’. Hier ligt dan ook mijn drijfveer om het ‘anders’ te willen doen.

 

Werken met gezinnen

Niet raar dat ik vanuit mijn achtergrond gekozen heb voor het hulpverleners vak. Mijn wereldbaan vond ik binnen de Jeugdzorg. Werken met gezinnen; op zoek naar verbinding en gemeenschappelijkheid. Ik voelde me als een vis in het water. Na enkele jaren gewerkt te hebben als Jeugdhulpverlener, maakte ik de overstap naar de crisisinterventie. Crisis als een kans: Het keerpunt voor verandering en groei, omdat het ‘oude’ blijkbaar niet meer werkt. Prachtig werk!

 

Verbinding; een methodiek?

Veel mensen uit mijn omgeving reageerde met nieuwsgierigheid op mijn baan, gezien ik toch te maken kreeg met ‘spannende’ situaties. Veelal werd mij gevraagd wat ik nou precies deed in een crisissituatie. Wat was mijn plan van aanpak? Welke methodiek zette ik in? Nou daar had ik niet direct een antwoord op. Natuurlijk had ik kennis, vaardigheden en verschillende methodieken in mijn rugzak, maar elke situatie was anders. Wat was nou de essentie van wat ik deed? Het duurde even voordat ik daar woorden aan kon geven. Want wat ik deed……..Ik kwam ergens binnen, zonder oordeel, met frisse blik en maakte contact. Echt contact: Ik hoorde en zag de betrokkenen, luisterde, was nieuwsgierig, creëerde ruimte voor ieders verhaal en gaf terug wat ik hoorde, zag, maar ook wat ik voelde tussen de regels door.

Daar waar het op de oppervlakte vaak botste, bleek het heel vaak wel mogelijk om weer tot gemeenschappelijkheid te komen. Door met de betrokkenen een laag dieper te gaan, onder die oppervlakte; op zoek naar hun intenties en drijfveren. Want geen ouder wil ruzie maken met zijn kind en geen kind wil echt ruzie met zijn ouders. Wat is het dan wat hen zo raakt? Wat is het waar ze zo voor vechten?

Telkens weer een prachtig proces om daar met elkaar te kunnen komen, maar vooral ook heel hard nodig om de situatie te kunnen veranderen.

 

Want hoe kun je veranderen, groeien of ontwikkelen als je niet weet wat jou drijft, wat jij belangrijk vindt? En hoe doe je dat met elkaar als je niet weet wat het is wat jullie verbindt?

En van welke methodiek maakte ik dan gebruik? De methode: ‘Echt contact', horen en zien zonder oordeel en oprecht nieuwsgierig zijn naar dat wat de ander beweegt en verbindt’.

Is dat een methode?

 

Werken op de ‘automatische piloot’

Daar waar ik inzette op verbinding en gemeenschappelijkheid in gezinnen, miste ik steeds vaker de verbinding en gemeenschappelijkheid met collega’s, de organisatie en werkwijzen. Veel veranderingen waren gaande, waarop ik weinig invloed leek te hebben.

Ik merkte dat ik beetje bij beetje grenzen ging verleggen, overtuigingen aanpaste en voorbij ging aan dat waar ik altijd in geloofde. Toen labelde ik het als het ‘afzetten van die roze bril’. De wereld is toch niet zoals ik het me voor had gesteld: Het moest harder, zakelijker en het was gewoon werk, toch? Ik heb echt geprobeerd hierin mee te gaan, maar niet zonder slag of stoot. Ik merkte dat ik steeds minder begon te voelen, meer overging op de automatische piloot en ik was niet meer altijd oprecht in dat wat ik deed. Het begon meer en meer te voelen als een kunstje en dat voelde NIET goed. Ik werkte namelijk met mensen in hele kwetsbare situaties: Zij verdienden toch op zijn minst oprecht contact? 

Ik kon dat niet meer altijd waarmaken. Of ik maakte het wel waar, maar moest het stokje overnemen of doorgeven en zag dat het in de ‘schakel’ voor of na mij niet gebeurde. Het werken koste me steeds meer moeite en ik voelde me steeds meer alleen in wat ik deed.

En ik zag steeds meer professionals om mij heen, die eens zo gepassioneerd waren in hun werk, waar het ‘vuurtje’ langzaam doofde.

 

Versnippering en ontbinding binnen het sociaal domein

In diezelfde keten was ik ook al enkele jaren actief als trainer (Deskundigheidsbevordering van professionals in het sociaal domein in de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld). Mijn manier om, naast mijn uitvoerende baan, meer verbinding te brengen in de keten. Door de combinatie van mijn trainersbaan en coachende baan in de crisisinterventie, werkte ik samen met veel verschillende organisaties, teams en professionals in het sociaal domein. Ik kwam in aanraking met een grote diversiteit aan mensen en met veel verschillende perspectieven. Wat mij steeds opnieuw verwonderde was dat het ook in deze grotere systemen vaak lastig leek om op de oppervlakte de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Er werd veel vergaderd over de juiste aanpak, vanuit overtuiging, strijd of onvrede.

En ik bespeurde steeds vaker het gevoel van ‘wij versus zij’, versnippering en ontbinding. Terwijl als ik, in mijn trainingen of coaching op de werkvloer, op zoek ging naar intenties en drijfveren, er zoveel gemeenschappelijkheid bleek te bestaan

 

De ‘WHY’ verbindt!

Is dat dan niet een beter startpunt? Stilstaan bij dat wat ons drijft en verbindt om vervolgens te gaan bouwen aan het ‘hoe en wat’? Ik zag de vergelijking met mijn werk in gezinssystemen: Om samen te werken, te groeien en te ontwikkelen, moeten we eerst weten waarom we doen wat we doen en daar de gemene deler zien te vinden!  Dan ontstaat er een basis voor duurzame verandering, groei en (samen) werken vanuit bezieling. 

Vanuit mijn functies als trainer en jeugdzorgwerker heb ik lange tijd geprobeerd om meer verbinding tot stand te brengen in de keten. Tot het moment……………….Dat ik als een klein kind aan het stampvoeten was op kantoor.

 

Mijn drijfveren kwamen in opstand

Een situatie waarin ik had geïntervenieerd werd weer niet naar behoren opgepakt. Mij werd gevraagd opnieuw mijn ‘kunstje’ te doen. Ik voelde in alles: Hier is de grens bereikt! Zo wil ik niet met mensen omgaan, zo kan en wil ik niet langer werken. Al mijn drijfveren kwamen in opstand. Het vuur in mij was dus toch niet helemaal gedoofd.

 

Terug naar mijn WHY

Ik heb uiteindelijk mijn baan opgezegd, met de gedachte de zorg de rug toe te keren. Dit heb ik om precies te zijn 2 dagen volgehouden om vervolgens te constateren dat in dit werkveld mijn hart, mijn passie en mijn missie ligt.

Mijn missie om professionals te verbinden, met eigen drijfveren en met die van elkaar. Ik besloot vanuit mijn ervaring en de vele opgedane perspectieven mijn hart te volgen.

Daar waar ik al lang voelde hoe dat er uit moest zien, heeft het nog zeker een jaar gekost om het daadwerkelijk neer te durven zetten. Ook ik moest weer terug naar die missie, deze voelen en vooral erop durven vertrouwen. Ik ben het aangegaan; in de vorm van vele cursussen, opleidingen en persoonlijke ontwikkeling. En een jaar later heb ik besloten dat waar ik in geloof neer te zetten in de vorm van Westerlo Connect, Community building in het sociaal domein.